Opening speech Silvia Lenaerts

Geachte ministers,
Waarde collega’s,
Beste partners,

Het is een ware eer en genoegen om hier in dit geweldige gezelschap voor u te mogen spreken. Filosofe Hannah Arendt stelde dat je in het spreken onthult wie je bent. Maar ze had het niet alleen over spreken. Arendt claimt ook dat ‘je bent hoe je handelt.’ Het klinkt heel simpel, maar in onze huidige samenleving waar angst primeert op hoop, is het cruciaal om te doen wat je zegt en te zeggen wat je doet. Alleen zo kunnen we vertrouwen, respect en hoop bouwen. Om te zijn hoe je handelt, moet je namelijk kritisch naar jezelf durven kijken in plaats van te focussen op de fouten van anderen. Daar is een flinke portie zelfkennis en zelfreflectie voor nodig. Ik geloof in mensen en de verbinding tussen mensen, met kennis van wetenschap en technologie en de samenleving. Een wereld met brede welvaart, welzijn, en een goed sociaal- en onderwijssysteem, waarbij zoveel mogelijk mensen meedelen. Maar daarvoor moeten we laten zien dat we niet alleen spreken, maar ook handelen. En kritisch naar ons eigen handelen durven kijken. Ik zal daar later op terugkomen.

Ik ben ervan overtuigd dat juist Nederland in de weg naar een duurzame en inclusieve samenleving een belangrijke, doorslaggevende rol kan spelen, als gidsland. We staan bekend om onze samenwerking, directe communicatie en langetermijnvisie. In Nederland maken we keuzes. Ik zeg ‘we’ want, hoewel ik een Vlaming ben, heb ik diezelfde instelling. Ik ben afgelopen mei, toen ik aantrad als rector van de TU Eindhoven, in volle overtuiging naar dit land gekomen om samen het verschil te kunnen maken.

En er zijn nogal wat uitdagingen. En helaas zorgen de grote maatschappelijke transities waar we voor staan, zorgen voor een sterke polarisatie. Gebaseerd de SDG’s en samenwerking benoemen Jeffrey Sachs, Mariana Mazucatto en Johan Rockstrom in hun Nature communications-paper zes grote transities, dit zijn:

• Onderwijs, gender en ongelijkheid

• Gezondheid, welzijn en demografie

• Energie en duurzame industrie

• Duurzaam voedsel, land, water en oceanen

• Duurzame steden en gemeenschappen

• En tot slot, digitale revolutie voor duurzame ontwikkeling

Dit lukt ons niet alleen, samenwerking tussen de kennisinstellingen, overheid, burgers en bedrijven is echt nodig. Daarbij wil ik ook graag de twee basisprincipes aangeven die ze terecht benoemen:

1. Laat niemand achter: anders lukt het niet, engagement van de samenleving

2. Circulariteit/ontkoppeling: welzijn ontkoppelen van uitputten van aarde

Bij elke van deze zes transities geven de auteurs aan dat het een en-en-verhaal is van innovatie, samenwerking, én van mensen. Daarom moeten we mensen samenbrengen. Daarin zijn we activistisch, maar daar mag het niet bij blijven: om van activisme naar actie te gaan, hebben we kennis en dialoog nodig.

De Netherlands Academy of Engineering – of NAE – kan daar een essentiële rol in spelen. Onze uitdaging, de uitdaging van alle aanwezigen die hier vandaag zijn, is om constructief debat te faciliteren, om positieve actie te stimuleren en om samen zorgen dat we in Nederland en Europa kennis en innovatie maximaal effectief laten zijn.

Met de oprichting van de NAE en met de komst van 62 fellows, hebben we al een prachtige eerste stap gezet.

Waarde toehoorders,

In Nederland zorgen we dat onze ingenieurs een goede basisopleiding krijgen met dieptekennis en challenge based learning, we ondersteunen grensverleggend onderzoek en stimuleren maatschappelijk-economische valorisatie. Fundamenteel onderzoek blijft de hoeksteen van een duurzaam kennis- en innovatiesysteem. Maar er is er ook ruimte om samen te werken aan de grote uitdagingen waarvoor we allemaal staan.

Collegialiteit, openheid, transparantie, integriteit, diversiteit en inclusie zijn leidend in de samenwerking tussen kennisinstellingen, overheden, bedrijven en andere organisaties. Door te zeggen wat we doen en te doen wat we zeggen, groeit vertrouwen en respect. Deze waarden zijn de basis van onze cultuur, en kunnen Europa differentiëren van de rest van de wereld.

Deze waarden zijn ook de basis voor valorisatie een van de kerntaken van een universiteit waar ik graag de aandacht op wil vestigen. Want op dat vlak valt nog veel te winnen. Ik was net zeer lovend over Nederland, maar in tegenstelling tot Vlaanderen (net iets beter op het EU Innovation Scoreboard), is een structurele aanpak nodig:

• Financiering. Want innovatie is cruciaal voor onze planeet en voor de brede welvaart van haar bewoners.

• Talent. We hebben wetenschappers en ingenieurs nodig die theoretische kennis omzetten in praktische oplossingen.

• We hebben ‘connectoren’ nodig, die wetenschappelijke kennis omzetten in haalbare en betaalbare oplossingen.

• En we hebben een samenleving nodig waar iedereen tot zijn recht komt, een samenleving zonder schotten en vakjes.

Want om van kennis tot innovatie te komen, is die cognitieve diversiteit die onze samenleving zo mooi maakt, vereist. Mensen met verschillende opleidingen, achtergronden, methodologieën, ideologieën en levensstijlen creëren samen in een team meer impact. Sociale en humane wetenschappers zouden van in het begin betrokken moeten worden, om ook de ethische, sociale en economische aspecten mee te nemen.

Het gaat over verbindingen tussen mensen, empathie en lef. Dat geeft energie, verbinding tussen universiteiten, HBO en MBO, tussen bedrijven, beleidsmakers, bestuurders, en burgers. Want al dat talent trekt talent aan. De inauguratie van de eerste 62 fellows bij de Netherlands Academy of Engineering illustreert dat. Ik ben ervan overtuigd dat meer partijen, en meer talent, zich bij ons aan gaan aansluiten. We moeten samenwerken, het missiestatement van de NAE is daar duidelijk in: connect to innovate. Not only science for science but also science for society.

Beste partners,

Albert Einstein geloofde in de kracht van ingenieurs: ‘Scien_sts inves_gate that which already is; but engineers create that which has never been before.’ Meer dan ooit zijn ingenieurs nodig om inclusieve, verantwoorde en impactvolle innovatie te realiseren.

Maar ik zie daarin wel enige verbeterpunten. Ook wij moeten kritisch ons eigen handelen bekijken.

• We moeten het niet laten bij het oprichten van bedrijven, maar focussen op versneld opschalen, bij het vertalen van innovatie tot nieuwe producten, processen of organisatie- en businessmodellen.

• We moeten ons niet alleen richten op startups en scale-ups maar blijven zoeken naar innovatie- en transitiepartnerschappen met bestaande bedrijven. Het delen van elkaars infrastructuur, O&O&I-faciliteiten is een belangrijke troef.

• We hebben meer flexibele carrièrepaden nodig. Mensen kunnen daarbij gemakkelijker schakelen tussen academische wereld, overheid en bedrijfsleven. Ook sabbaticals tussen overheid, bedrijfsleven en academische wereld zouden kunnen helpen om onze kennis sneller om te zetten in gedragen en inclusieve oplossingen.

• We moeten zorgen voor maatschappelijk engagement. Onze ingenieurs kunnen actief participeren in publieke debatten, open en evidence-based discussie stimuleren, om desinformatie en valse veronderstellingen objectief te weerleggen. Ook belangstellenden van buiten de kennisinstellingen kunnen we betrekken, zodat zij kunnen meedoen in innovaties en dat wij ook hun perspectief daarin mee kunnen nemen.

Dames en heren,

Ik heb u de afgelopen 10 minuten verteld over de transities waarvoor we staan, over de belangrijke rol van de ingenieurs en over het grote belang van diversiteit en samenwerking. Zojuist nog sprak ik over de verbeterpunten waar we ons op kunnen richten.

We staan er sterk voor, maar we mogen niet zelfgenoegzaam zijn. We kunnen onze ogen niet sluiten voor bredere ontwikkelingen. Zo hebben opkomende, sterk groeiende landen meer ingenieurs. Landen, zoals Nederland, die al een hoge welvaart en een sterke onderzoeks- en innovatiecultuur hebben, ondervinden dat het veel moeilijker is om voldoende ingenieurs aan te trekken. We hebben meer talentvolle mensen nodig. En daar kunnen we zelf wat aan doen. Ik vind dat we meer moeten inzetten op groepen die we nu te weinig bereiken. En daar vallen ook vrouwen onder. En dat in 2023. Als je kijkt naar de cijfers, valt hierin nog een wereld te winnen. In het opleiden van talent in beta & techniek is Nederland geen koploper. In 2020 op 1000 afgestudeerden in de bevolkingsgroep 20-29 jaren zijn dat er in Nederland 13,6, tegenover 20,9 als EU gemiddelde en 48,9 in Ierland. Van onze hoogleraren is nog maar een kwart vrouw, met de techniek traditioneel aan de staart van het peloton. Kortom, hier ligt een forse opgave. Ook hierbij geldt, je bent hoe je handelt. We moeten ons samen inzetten om al die talentvolle vrouwen, die we nu misschien mislopen, aan onze kant te krijgen. Geen praatjes, maar tonen wat we doen.

Want al die knappe koppen zijn nodig voor de wereld van morgen. Onze ingenieurs zijn pioniers. Ze zijn de aanjagers van verandering. De aanjagers die nu maar ook in de toekomst onmisbaar zijn. En daarbij is iedereen nodig, want elk talent telt. Dus we mogen niet vergeten om zoveel mogelijk mensenmee te nemen op onze missie.

Bedankt voor uw aandacht.